 Het leven moet niet gemakkelijk zijn voor de Encyclopedia Britannica. Bijna 250 jaar werden de encyclopedieën beschouwd als een van de betrouwbaarste bronnen van informatie. Gezinnen die hun kinderen de wereld wilden laten zien, en een goede opvoeding geven, spaarden om zo'n encyclopedie te kunnen aanschaffen. En goedkoop is die niet: alle 32 delen samen, goed voor 65.000 artikels en 44 Miljoen worden, kost $1.400.
En dan komt daar plots de "volksencyclopedie" Wikipedia aanzetten. Binnen de kortste tijden wordt die opgevuld met informatie over allerlei onderwerpen. En het zijn vrijwilligers die dat doen, zonder enige betaling, tenzij eeuwige roem. Cynici vreesden dat de informatie in Wikipedia niet betrouwbaar zijn, doch die vrees bleek ongegrond. Enerzijds omdat de artikels geschreven werden door mensen die echt wel expert waren op hun eigen terrein, en anderzijds omdat, als er toch iets fout in staat, dit meteen opgemerkt wordt door de vele anderen die de Wikipedia mee in stand houden.
Wikipedia is gratis te raadplegen op het web. De Encyclopedia Britannica niet: je betaalt 70 dollar per jaar om toegang te krijgen tot het naslagwerk. Maar door de toegang af te schermen, wordt de Britannica niet in de resultaten van de zoekmachines opgenomen; Wikipedia, dat vrije toegang geeft tot haar content, wordt daarentegen hoog in de zoeresultaten vermeld. Gevolg: voor elke pagina die bekeken wordt op Britannica.com worden er 184 pagina's bekeken op de WIkipedia.
Bij de Brittanica beginnen ze nu toch ook het negatieve gevolg in te zien van de afscherming van de content; er wordt nu een project opgestart, Britannica Webshare. Al wie zelf "web publisher" is, krijgt gratis toegang tot de encyclopedie. Meer nog: je mag dan linken naar een volledige versie van een bepaald artikel. Wie jouw website bezoekt en op de link klikt, kan dat artikel lezen, maar krijgt geen toegang tot andere delen van de Britannica. Je kan ook een widget inlassen met een stuk content uit dat artikel.
Maar wie is er een uitgever? Iedereen die een website heeft? Iedereen die wat publiceert op zijn MySpace pagina? Dat is nog niet duidelijk. Michael Arrington van TechCrunch heeft nog meer bezwaren tegen het initiatief. Het creëert namelijk prijs-discriminatie, zo meent hij. Maar leest u zelf zijn commentaar (en de commentaren van de bezoekers) bij TechCrunch.
http://www.techcrunch.com/2008/04/18/encyclopedia-britannica ...
http://britannicanet.com/
http://www.britannica.com/bps/home
|
