DTNS bracht deze week in de dagelijkse podcast de resultaten van een interessant onderzoek. Daarbij werd aan 36 volwassenen gevraagd om een nieuwe programmeertaal te leren, namelijk Python. En tegelijkertijd werden zij getest op hun vaardigheden: hoe goed zij zijn in het oplossen van problemen, hoe straf hun geheugen is, hoe hun vaardigheid is met getallen, wat de activiteit is van hun brein in rust.
De resultaten zijn wel opmerkelijk: de deelnemers die Python het snelste onder de knie kregen, waren erg goed in taal, werkend geheugen en het vermogen om te redeneren. Een wiskundeknobbel was helemaal niet vereist. Het leren van een computertaal zou je dus kunnen vergelijken met het leren van een vreemde taal, zoals Spaans of Koreaans.
Waarom dit belangrijk is? Omdat op de meeste scholen computerwetenschappen in de wiskundige richtingen zit. Terwijl het meer aankomt op redeneren en taalvaardigheid.
https://www.fastcompany.com/90470552/surprising-study-reveal ...
https://www.sciencedaily.com/releases/2020/03/200302103735.h ...
|