Het fenomeen van de 'influencer' is gekend. Dat zijn bloggers, Instagrammers, mensen met een groot aantal volgers op de sociale media. Door hun aanzien krijgt een product dat zij gebruiken of aanprijzen, ook een aanzien. Een afstraling waarvan marketeers gretig gebruik maken, om influencers te overladen met geschenken, dure reizen, en andere "incentives", om hun product aangeprezen te krijgen.
Wanneer de influencer in kwestie hierover niet transparant is, dan is dat toch wel een beetje oneerlijk. En er ontstaat stilaan protest tegen dergelijke product placements, wanneer het niet duidelijk is dat het om een betaald artikel gaat.
Alles is natuurlijk afhankelijk van het onderwerp. Een lifestyle blogger die over make-up schrijft en af en toe wat make-up ontvangt van een cosmeticabedrijf, daar zal niemand echt aan tillen. Maar wat als de leerkracht van jouw oogappel ook een 'influencer' is? Wat als die leerkracht educatieve technologie promoot in de klas, rondloopt met een t-shirt met een bepaald merk op, pakken geschenken krijgt van een bepaald merk die de leerkracht dan mag uitdelen aan andere leraars, wanneer die de workshops volgen die de influencer geeft over deze technologie?
Dan begin je toch echt je wenkbrauwen te fronsen, niet? Hierover een heel interessant artikel bij de New York TImes. Want vergeet niet: educatieve technologie is big business. Een hele school kunnen overhalen om een bepaald platform te gebruiken - wat zeggen wij: een hele scholengroep of een hele koepel, dat betekent enorm veel licenties die een bepaalde softwaremaker mag verkopen. En dat geldt zowel voor hard- als software. Voeg daarbij het feit dat vele scholen echt krap zitten op financieel gebied, zodat het moeilijk is om neen te zeggen tegen iets dat gratis in je schoot geworpen wordt..
En weet je wat? Het woord 'influencer' begint stilaan een vieze reuk te krijgen. Toch?
Lees meer bij NYT.
https://www.nytimes.com/2017/09/02/technology/silicon-valley ...
|