Bij de New York Times vinden wij een intrigerend artikel, dat een fenomeen onder de aandacht brengt waar je toch even moet bij stilstaan. Het gaat namelijk over het feit dat Facebook niet alleen belangrijk geworden is als bron voor nieuws over je vrienden, maar dat het zich ook geprofileerd heeft als "nieuwssite".
Nu maken de meesten gebruik van Facebook om inderdaad filmpjes te bekijken die door hun vrienden gedeeld worden. Grappige filmpjes, opmerkelijke nieuwsfeiten zoals "slang eet man op", en heel veel content die eigenlijk eerder thuis hoort in een America's Funniest Movies. De laatste tijd zijn er echter in de tijdlijn van de gemiddelde Amerikaanse burger steeds vaker berichten verschenen over deze of gene politieke kandidaat. Filmpjes pro of contra Trump, postings pro of contra Clinton.
Het bijzondere aan die filmpjes is dat zij eigenlijk niet afkomstig zijn van reguliere media, maar van actiegroepen. Nieuwsbronnen die enkel op Facebook bestaan, en waarvan je, buiten Facebook, niet zal horen. En dit toch soms miljoenen volgers hebben.
Zij verspreiden informatie. Zij kunnen het stemgedrag beïnvloeden. Maar het zijn geen echte nieuwsbronnen, en als dusdanig niet gehouden aan enige journalistieke deontologie. Een toch wel zorgwekkend fenomeen, vindt de New York Times.
Uiteraard gaat dit om de verkiezingen in de VS. Maar het artikel verdient toch de aandacht om te lezen, omdat het een toch wel belangrijke tendens blootlegt: enerzijds de macht van Facebook en het aantal volgers dat een actiegroep heeft, en anderzijds het schaduwachtige van zo'n actiegroep, waarbij je niet weet wie er eigenlijk achter zit, en wat de bedoelingen zijn.
http://www.nytimes.com/2016/08/28/magazine/inside-facebooks- ...
|