In een tijdperk waarin volwasseneen via spraakgestuurd commando's een restaurant kunnen zoeken om te gaan eten, op tv het kanaal kunnenwisselen of om een routebeschrijving kunnen vragen, is het logisch dat kinderen, die hun ouders zo bezig zien, van hun speelgoed verwachten dat dat ook naar hen luistert en op hen antwoordt. Een hele stap van de poppen die "mama" zeiden, wanneer je ze kantelde, naar poppen die "echt" spreken.
Mattel heeft die kinderwens bgrepen. Dit najaar zou het Hello Barbie uibrengen, een WiFi versie vande bekende pop. Daarbij wordt gebruik gemaakt van technologie van het bedrijf ToyTalk, dat zich al langer specialiseert in het herkennen van wat het kind zegt en het geven van relevante antworoden. Het bedrijf heeft al verschillende apps uitgebracht dat jonge kinderen aanmoedigt om een dialoog aan te gaan met een hele reeks animatiefiguurtjes.
IoT dus - niet Internet of THings, maar Internet of Toys. Een technologie die toch ook wat vragen oproept, want om te "leren" moet de pop meeluisteren, en die informatie doorsturen naar servers om daar geanalyseerd te worden. Een idee dat bij vele mensen al meteen het haar in hun nek recht zal zetten. Want wat wordt er opgenomen? Hoe lang wordt het bewaard? En wat wordt ermee gedaan?
Een interessant artikel bij New York Times, dat ook ingaat op de wenselijkheid van dergelijk sprekend speelgoed - is het een verrijking van hun verbeelding, hun leerproces, hun sociale ontwikkeling, of juist het omgekeerde?
http://www.nytimes.com/2015/03/29/technology/a-wi-fi-barbie- ...
|